Background Image
Previous Page  10 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 222 Next Page
Page Background

1

Afgeleide renteafdekkinginstrumenten worden tegen marktwaarde gewaardeerd.

RISICOFACTOREN

BESCHRIJVING VAN

HET RISICO

MOGELIJKE INVLOED

TEMPERENDE FACTOREN EN MAATEREGELEN

Insolvabiliteit

van de financiële

of bancaire

tegenpartijen.

Negatieve impact op de

resultaten.

Divers en beperkt aantal bancaire tegenpartijen met goede financiële ratings.

(Toekomstige) rente-

schommelingen van

de markt.

1. Herwaardering van de

financiële instrumenten

1

.

2. Ongunstige weerslag op de

financiële lasten.

3. Negatieve invloed op de

netto-actief waarde en op

het resultaat van de periode.

4. Wijziging (daling) van de

rating van de Groep met

een ongunstige weerslag

op de financierings- en

liquiditeitskost (zie punt

“Wijziging van de rating van

de Groep”).

5. Negatieve IAS39 impact

en daling van het resultaat

voor de periode: In 2014

heeft Cofinimmo FLOOR-

opties geannuleerd tot 2017,

gepaard met een strike van

3% voor een bedrag van €

600 miljoen. De totale kost van

de herstructurering bedraagt

€ 57 miljoen, ingebracht in

de resultatenrekeningen op

31.12.2014.

Een deel van de schulden wordt afgesloten met een variabele rente of met

onmiddellijke omzetting van vaste naar variabele rente.

Veiliggestelde rentes op een horizon van ten minste drie jaar voor minstens 50%

van de schuld.

Gebruik van afgeleide instrumenten (Interest Rate Swaps en CAP- en FLOOR-opties),

om de rentevoet binnen een minimum- en maximumlimiet te houden. (1,2,3).

In de veronderstelling dat de structuur en het niveau van de schuld in 2015

dezelfde blijven als op 31.12.2014 en rekening houdend met de voorziene

afdekkinginstrumenten voor 2015, zou een rentestijging of –daling met 0,5% de

financieringskosten niet aanzienlijk veranderen.

Op 31.12.2014 bedroeg de schuld gefinancierd aan vaste rente 29,3%, en aan een

variabele rente 70,7%.

Bij afwezigheid van indekking zou een stijging van tien basispunten de kosten met

€ 1,23 miljoen verhogen.

De schuld met een variabele rente is tot 2018 voor meer dan 70% afgedekt door

afdekkinginstrumenten.

Onmiddellijk voorschot dat zal worden gecompenseerd door lagere financiële

lasten tijdens de volgende jaren. Cofinimmo zal haar voorzichtig afdekkingsbeleid

in de toekomst blijven voeren. Zo heeft Cofinimmo tot 2017 nieuwe afdekkingen

vastgelegd via Interest Rate Swaps voor een notioneel bedrag van € 400 miljoen

met een gemiddelde rentevoet van 0,51%.

Verhoging van de

kredietmarges.

Verhoging van de financiële

kosten.

Diversificatie van de bronnen van het geleend kapitaal met het oog op de

optimalisatie van de gemiddelde kredietmarges. Kapitaalopneming op middellange

en lange periodes met vaste marges.

Niet-hernieuwing

of opzegging van

financiële contrac-

ten.

Negatieve impact op de

liquiditeit.

Tien toonaangevende banken.

Verschillende vormen van financiering: bankschulden, uitgifte van converteerbare

en niet-converteerbare obligaties, …

Herfinanciering gebeurt minstens 12 maanden op voorhand om de condities en de

liquiditeit te optimaliseren.

Variatie in de

reële waarde van

de afdekkings­

instrumenten.

Positieve of negatieve invloed

op het eigen vermogen en

op de intrinsieke waarde per

aandeel.

Indien Cofinimmo haar posities

op 31.12.2014 had afgesloten,

zou het verschuldigde

bedrag € -125,16 miljoen (in

vergelijking met -105,44 miljoen

op 31.12.2013) geweest zijn. Bij

een 1% hogere rente, zou de

sluitingskost van de posities

€ -57,93 miljoen (in vergelijking

met € -28,21 miljoen op

31.12.2013) zijn geweest en

€ -169,35 miljoen

(in vergelijking met

€ -185,26 miljoen op 31.12.2013)

bij een 1% lagere rente.

Cofinimmo gebruikt hedging voor haar volledige portefeuille en niet voor specifieke

kredietlijnen.

Deflatierisisco.

Negatieve impact op de

huurinkomsten.

De huurcontracten voorzien meestal dat de nieuwe huurprijs niet lager mag zijn

dan de vorige huurprijs of deze van het eerste jaar van het contract.

De indexering van sommige minder gewichtige technische lasten kan hoger liggen

dan deze van de huurprijzen.

6